Denise down under

Whitesundays, Fraser en Byron Bay.

Het heeft eventjes geduurd, maar hier is mijn blog dan.

Toen ik de 50 kilometer gravelroad vanaf de boerderij had overleefd, gelukkig ben ik de roadtrains die mijn kant op zouden komen niet tegen gekomen, kon ik eindelijk weer voor normale prijzen boodschappen doen in het stadje. Na mijn boodschappen ging ik naar de camping. Lees camping met privé zwembad want ik stond daar helemaal alleen op de camping. De volgende dag heb ik erg ver gereden en kwam ik weer bij Townsville en bestond de snelweg weer uit twee banen en was er soms zelfs een vangrail….

Ik heb er een paar dagen over gedaan om bij Arlie Beach te komen vanaf daar zou mijn Whitsunday trip vertrekken. Onderweg heb ik heel veel stranden en campings met zwembaden gezien.

Ik ging met een zeilboot naar de Whitesundays. Hele mooie eilanden, super blauw water, dolfijnen en erg leuke mensen, met allemaal verschillende nationaliteiten. Zo waren er mensen uit Engeland . Amerikanen, Ozzies , Duitsen en een canadees koppel. We hebben mooie stranden gezien. Het bekende Whitsunday eiland bezocht met heel erg wit zand dat een piepend geluid maakt als je er op loopt. Ook hebben we heel veel gesnorkeld en tijdens het snorkelen gingen ze de vissen voeren met brood voordat ik de boot weer op ging. Ze kwamen allemaal op mij af en eentje beet in mijn vinger. Ik heb eigenlijk nooit geweten dat sommige vissen tanden hebben.

We sliepen in een klein bedje en mijn bedje was in de punt van de boot dus het bed werd steeds smaller. Daar kwam ook nog eens bij dat je met zijn tweeën in een bed moest en ik sliep samen met een Nederlands meisje dat ik net een dag kende, dat betekend dus zo stil mogelijk liggen en weinig slaap.

Na de Whitsudays ging ik veder met mijn roadtrip dit keer met twee Nederlandse meisjes een tweeling die ik in Arlie Beach had leren kennen. Het was super gezellig on the road en er werd heel veel geklets en heel veel karaoke sessies gehouden. Onze eerst stop was een heel mooi strand in een nationaal park vlakbij Mackay. We hebben een wandeling gemaakt en toen kwamen we een schommel tegen op het strand, feels like paradise.

De nacht hebben we doorgebracht op een camping aan het strand. Waar we de kangaroos voorbij zagen springen. Ik moet hier wel even bijvertellen dat dit met zonsopkomst was en we dus vier uur ’s ochtends uit bed moesten en ik toen echt dacht waarom doe ik dit maar het was het allemaal waard. We reden weer verder en toen we al even onderweg waren rende er opeens uit het niets een varaan (guenna) over de weg en kon ik die niet meer ontwijken. We raakte hem met de zijkant van de auto maar gelukkig was het niet heel hard en liep de varaan gewoon weer veder alsof er niets gebeurt was. Wij zaten nog wel een half uurtje met de schrik. Deze varanen zie je hier echt overal rondlopen.

In Agnes water heb ik mijn eerste surfles gehad. Het is moeilijker dan het lijkt maar ik heb wel een paar keer op het bord gestaan en vooral heel veel zout water binnen gekregen.


We hebben heel veel mooie stranden gezien (dat verveeld nog steeds niet). Zo gingen we ook naar Turkey beach. Één van de meiden had dit gevonden online en had ons de foto’s laten zien. Een mooi strand omringd met winkeltjes en resorts. We zagen de borden al langs de weg. Toen kwamen we in het dorpje aan, het dorpje zag er uitgestorven uit en de locals keken ons erg raar aan. Toen we aan het einde kwamen bleek er wel water te zijn maar geen strand. Toen besefte we ons opeens dat het turkey beach was van strand in Turkije. Wat ze gevonden had op het internet was niet het turkey beach waar we nu waren in Australië


We hebben veel national parken bezocht en veel wandelingen gemaakt.Zelfs een keer ‘snachts om glow wormen te zien.

Toen we in Noosa aan kwamen hebben we Noosa national park gezien met ja, je raad het wel nog meer mooie stranden, heel veel surfers en mooie uitkijkpunten. We hebben in Noosa op een camping gestaan waar we heel de avond gezellig met een groep Australische jongens uit Melbourne hebben gepraat en we hen Nederlands probeerde te leren wat overigens geen succes was.


Ik ging met een georganiseerde tour naar Fraser Island. Er waren 4 auto’s en in elke auto zaten 7 mensen en met je auto moest je de gids volgen. We hadden een hele gezellige auto met Engelse, twee Nederlandse meisjes en een Deens meisje, via de radio konden we met de andere auto’s communiceren en werden er grappen verteld, rap battles gehouden, moesten wij het Nederlandse volkslied zingen en was één meisje de gids die ons alles vertelde (ze was zelf ook voor het eerst op Fraser en verzon dus de meeste rare verhalen). De echte gids die mee was vertelde niet zo veel. We sliepen in tentjes en kookte onze maaltijden in de buitenkeuken. We reden hele dagen over het strand, bezochten meren en hele mooie uitkijkpunten. Vanaf het uitkijkpunt konden we manta rays en haaien zien zwemmen in de zee. Ook hebben we dingo’s gezien, dat is een van de dingen die je gezien moet hebben als je naar dit eiland gaat.

Onze auto raakte de eerste dag al bogged (vastgelopen) in het zand, maar we kwamen er gelukkig weer uit.

Na Fraser ging ik met de twins naar Byron Bay. Hier zouden we afscheid nemen. Byron Bay is echt een hippie stadje. Waar er zelfs een boom was met slipper die je daar kon achterlaten voor mensen die geen slippers hadden. Met kerst hadden we met een grote groep Nederlanders afgesproken om met zijn allen een bbq te houden bij het strand. Dit was erg gezellig. Overdag lagen we lekker op het strand. Toen we net uit het water waren. Ging er een alarm af en moest iedereen uit het water, er waren haaien gezien. Dit alarm is nog wel een paar keer afgegaan.


Ook met oud en nieuw was ik in Byron Bay dit was mijn laatste avondje met de tweeling. Het hele stadje was afgezet en er was overal feest. Bij het strand was er een straat muzikant aan het spelen en er waren heel veel mensen naar hem aan het luisteren. We stonden daar met wel meer dan honderd mensen te dansen en de polonaise te doen totdat de politie er een einde aan maakte omdat het te druk werd. We hebben met zijn alle afgeteld en toen was het 2018. Tien uur eerder dan in Nederland, best wel een raar idee.

Wat was dat een bijzonder jaar. Het jaar dat ik mijn rijbewijs haalde, examen deed, maar ook het jaar van mijn belijdenis en natuurlijk van Australië, helemaal alleen naar het onbekende, nieuwe mensen leren kennen, jezelf leren kennen. Heel veel nieuwe dingen zien en doen. Een jaar om nooit meer te vergeten.


It' s your cowgirl

Daar ging ik dan in mijn busje naar de boerderij waar ik zou gaan werken.

De snelweg naar de boerderij was soms gravelroad en soms normaal asfalt maar toen ik de afslag nam voor de boerdrerij was het 50 kilometer gravelroad overal waar je keek was bush en koeien en dat hoorde allemaal bij één boerderij. Ik heb mijn eigen kamer met badkamer en airconditioning, wat heel erg lekker is met 40 graden. Mijn dagen op de boerderij beginnen om 6 uur en de laatste paar weken om half zes, dat betekend erg vroeg op in de morgen en eindigen om zes of zeven uur. De meeste dagen ren ik in de jard achter weeners ( jonge koeien aan) waar ze vervolgens gebrandmerkt worden en ze een chip in hun oor krijgen. Ik heb ook een koe mogen brandmerken. De koeien hier zijn geen lieverdjes en soms kan er op eens een stier of een mad cow op je af komen stormen en moet je zorgen dat je zo snel mogelijk over het hek klimt. Voordat de koeien in de jard zijn, moeten ze eerst bij elkaar gebracht worden want ze zijn verspreid over heel de boerderij ( 380,000 acre) dit gebeurt met een squad bike, cross motor, drie paarden en twee helicopters en ik in de fourwheel drive erachteraan om al het eten, water en gereedschap mee te brengen. Natuurlijk zijn de wegen daar niet geasfalteerd dus rijd je over gravelroad, rivierbedding, bush en zelfs door een rivier. De communicatie gaat via de radio, wat heel erg moeilijk te verstaan was in het begin want ze praten heel erg Australisch.

De boer vroeg mij een keer ’s ochtends of “ I was afraid of choppers” Uhm nee ik ben niet afraid of choppers en na het musteren ( bij elkaar brengen van de koeien) mocht ik mee in de helicopter en vlogen we over de heuvels en het mooie outback landschap terug naar de homestead. Er werken hier in totaal negen mensen en soms als ik bij de homestead ( het huis) werk en iedereen weg is om te werken ben ik heel de dag alleen en heb ik alleen de kok om mee te praten tijdens lunch time. Werken op de boerderij is niet alleen maar fun. Het is ook hele dagen bladeren harken (op een boerderij voelt dat best useless) in de brandende zon met 40 graden, getrapt worden door weeners en een dode koe achter de auto weg slepen. Deze koe zat vast onder een hek en had haar nek gebroken haar kleine kalfje hebben we toen meegnomen achterin de auto en woont nu naast het huis in de veggie garden. Ook ben ik een keer mee geweest voor een killer. Dit hield in dat ze een dikke koe uitzochten en haar neerschoten om haar vervolgens “ klaar te maken” voor het avondeten. Dit houd in dat ik mocht meehelpen met het ontskinnen van de koe. Weer wat van mijn bucketlist af, niet dat dit op mijn bucketlist stond.

In de weekende is er niet veel te doen en vragen we elkaar, “what are you doing?” Waarop het standaard antwoord is “ not much” s’ middags gaan we meestal met de squad bike en de andere twee meiden naar de rivier, je moet je dan goed vasthouden aan de bike anders vlieg je eraf. We laten de dog als eerst in het water in case of crocodils. Daarna gaan we venturing ( adventuring) en struinen we op onze blote voeten de rivier af.


De laatste werkdag, nog één dagje en dan was ik klaar met werken. Ik moest in de ochtend helpen met het sorteren van de koeien (lees als een gek achter de koeien aanrennen en schreeuwen zodat de goede kant op lopen). Na de lunch pauze ging ik met de andere backpacker die daar werkt mee in de auto want we moesten een andere auto ophalen. Na driekwartier over gravelroad rijden voelde de auto raar aan in de bochten. We dachten dat we een flat tire hadden (dat gebeurt hier heel vaak) dus stapte ik even uit om te gaan kijken, maar er was niets vreemds te zien. Na 5 minuten rijden zakte de auto in elkaar aan mijn kant en zagen we het linker achterwiel voorbij komen, oeps. Daar sta je dan in de outback lekker warm, gelukkig hadden we genoeg water mee genomen. We gingen gelijk opzoek naar gereedschap om het wiel te maken. We vonden twee jacks en dat was het. Geen sleutel om de wheel nuts mee vast te draaien (we waren trouwens al onze wheel nuts verloren, hoe bedoel je dodgy car). We zochten naar stenen en andere dingen om ons heen wat we konden gebruiken, maar er was niet echt veel. De jack was te klein om de auto van de grond te krijgen, dus we kwamen niet echt veder. We hadden wel een radio in de auto waarmee we de andere konden oproepen maar we waren te ver van de boerderij om verbinding te maken. Toen is de backpacker naar de andere auto gaan lopen, want hij wist zeker dat het twintig minuten lopen was voor de andere auto. Met die auto konden we weer terug naar de boerderij. Oké ik weet dat je juist niet weg moet gaan bij je auto, dat je altijd bij de auto moet blijven no matter what, maar we hadden geen andere optie en hij had een draagbare radio bij zich. Toen hij weg was begon het ook nog eens te stormen en hoorde ik onweer. Na meerder keren proberen de andere op te roepen op de radio kreeg ik eindelijk gehoor en kon ik uitleggen wat er was gebeurt en waar we waren en kwam er iemand onze kant op. Net nadat dat gebeurt was hoorde ik via de radio de backpacker zeggen dat hij de auto gevonden had. Je raad het denk ik wel eind goed al goed, we kwamen weer veilig aan op de boerderij. Wat een afsluiter van mijn farmwork.

Nu ga ik de rest van Australië ontdekken met mijn busje.

See ya!

Diving the Great Barrier Reef

Magnetic island is een eilandje vlak bij Townsville en heeft hele mooie stranden. Je kan met de bus over het eiland en zo kwam ik bij het strand en toen ik daar een strandwandeling maakte kwam ik een man tegen die daar woonden en die mij een lift wilde geven naar de andere stranden en mij onderweg van alles liet zien. Het snorkelen daar was erg mooi. Ik heb heel veel vissen en zelfs een paar roggen gezien. Na het strand wilde ik weer terug gaan met de bus, maar twee meiden die ook op de bus aan het wachten waren vroegen of ik de koala walk gedaan had. Uhm, nee niet echt. Dat wil je natuurlijk niet missen, dus ik terug lopen en met moeite de koala walk doen, ik had namelijk twee mega blaren op mijn voeten van al het wandelen, maar het was het allemaal waard. Ik ben twee koala’s tegen gekomen, unreal om ze in het echt te zien. Met zonsondergang ging ik weer terug met de ferry en liet ik magnetic island achter mij. De weg naar Cairns bestond uit palmbomen, hele mooie stranden met nog meer palmbomen en kokosnoten die aanspoelde op het strand. Er waren onderweg heel veel bordjes die waarschuwde voor overstekenden cassowarys (die ik overigens nergens zag rondlopen) en heel veel regenwoud. Cairns was een stad vol met backpackers, waar ik leuke mensen heb ontmoet en er is een super leuk buitenzwembad aan de rand van de zee. Dit zwembad is er omdat je bij Cairns niet in de zee kan zwemmen omdat je dan krokodillen en jellybox fishes tegen komt.

Toch heb ik the Great Barrier Reef van dichtbij gezien, want vanaf nu kan je mij een gecertificeerde duiker noemen! Ik heb een duikcursus van vijf dagen gedaan waarbij we twee dagen in het zwembad geoefend hebben en drie dagen en twee nachten op een boot. Het waren lange dagen en ik kwam er achter dat duiktermen in het Engels erg lastig zijn, maar wat was het geweldig om te duiken en echt tussen al die mooie vissen en schildpadden te zwemmen. Zo kwam er een keer een schildpad op mij af zwemmen en besloot hij toen hij bijna tegen mij aanzwom om toch maar over mijn hoofd te zwemmen. Ook heb ik een nachtduik gedaan. Dit was het engste maar leukste wat ik gedaan heb. We kregen allemaal een zaklamp mee en daar gingen we, ik met een ander meisje achter de gids aan het was super donker. Na dat ik er een beetje aan gewend was, was het erg rustgevend en zagen we allemaal gave vissen zelfs een schildpad die zo groot was als een eettafel! Toen draaide de gids zich om en maakte hij met zijn hand het gebaar van een vin en moeste we onze zaklampen uit doen. Ik snapte niet wat hij bedoelde, maar toch volgde ik hem. Opeens scheen hij met zijn zaklamp voor zich en zag ik dat er allemaal haaien om ons heen zwommen. Super cool natuurlijk maar ik vond het ook niet erg dat we daarna uit het water gingen.

Toen ik weer terug was kwam ik er achter dat ik met een foto in de krant van Cairns stond. Die foto was tijden de duikles in het zwembad gemaakt.


Na de duikcursus ging ik op weg naar het Daintree rainforest. Ik moest met de ferry over een river en daarna reed ik over hele smalle wegen met veel scherpe bochten. Een hele mooie route door het rainforest en onderweg heb ik allemaal boardwalks gedaan en kon ik het rainforest van dichtbij bekijken en ook alle spinnen, bush turkeys en zelfs twee keer een cassowary, dat is een soort van grote vogel die er uit ziet als een dinosaurus en eigenlijk best wel gevaarlijk is, maar er erg mooi uitziet.’ S nachts heb ik bij een vrouw in de tuin overnacht, in ruil voor een beetje hulp in de tuin, dit hield in twee bloempotten verplaatsen en dat vond ze wel weer genoeg voor de dag.

Na het rainforest ging ik richting de cattle station (boerderij met ongeveer 11000 koeien, 15 paarden en 15 honden) over mijn avonturen op de farm zal ik later meer vertellen.

van west naar oost

Omdat ik een best lang niet zo’n goede internet verbinding had, heeft het even geduurd voordat er weer een blog verscheen. Maar hier is hij dan en voor alle mensen die dachten dat er misschien iets gebeurd was omdat ze niets hoorde, ik leef nog. No worries

Vanuit Karijini zijn we naar Broome gereden dat was best wel even rijden (zeg maar 945 kilometer)

Onderweg was er niet veel te zien. In Broome aangekomen kregen we van iedereen te horen dat er die avond een beach party was. Dat wilde we natuurlijk niet missen. Met zonsondergang zagen we de kamelen op het strand en daarna zou daar de beach party zijn. Iets veder van de bevolking vandaan want de politie mocht natuurlijk niet weten dat er een beach party zou zijn. We hebben wel drie keer het hele strand afgelopen (in het donker) maar geen party te bekennen. Tot dat we twee andere meiden tegen kwamen die ook aan het zoeken waren. We kwamen tot de conclusie dat de locatie waarschijnlijk veranderd was en toen zijn we naar een ander strand gereden. Dit strand was alleen wat moeilijker te bereiken. Het begon als een gravel road maar werd steeds zanderiger. We durfde dit niet aan want mijn busje is geen four wheel drive en we zouden er dus niet meer uitkomen. Volgens de Australische jongen die naast ons stond met zijn auto zou het ons wel lukken als we gewoon bleven rijden, maar uhm we moeten toch een keer stoppen en dan?

We besloten toch maar in zijn achteruit (want omkeren zou ook niet lukken) terug te gaan. Dat is nog al wat in het donker. Toen kwamen we nog een auto tegen. De bestuurder van deze auto een Australische man bood ons een lift aan in zijn four wheel drive naar de party. (zelfs zijn auto had op het eind moeite met het zand). We kwamen vanuit de duinen aan op het feest en keken zo neer op een stuk of zestig dansende mensen en overal hingen gekleurde lichtjes er waren zelfs mensen met vuur aan het jongleren. Het was een hele gave avond aan het strand, maar toen moesten we weer terug en dat was best wel een lange weg in het donker, als je moet lopen. Halverwege kwam er een auto van het feest en mijn reisgenote stak haar hand op om aan te geven dat we mee wilden. Toen de auto stopte zagen we opeens dat het de politie was. Ja, hoe ga je dat uitleggen…Ze vroegen of we verdwaald waren, waarop wij antwoorden dat mijn busje verderop stond. Het waren gelukkig twee aardige politie vrouwen die ons een lift gaven (we mochten in het boevengedeelte zitten). Weer wat van mijn bucket list af.


Vanaf Broome gingen we richting Darwin. Omdat we steeds meer richting het noorden gingen werd het steeds warmer (39 graden) en werd de humidity (luchtvochtigheid) ook steeds hoger.

In het noorden kan je ook nergens zwemmen omdat er overal krokodillen zitten saltys en freshies. Komt het er dus op neer dat je zo min mogelijk beweegt om het toch een beetje koel te houden.

Gelukkig konden we in Katherine en Litchfield wel zwemmen en van de mooie watervallen genieten.


We zijn ook een dagje naar een meer gegaan waar we niet konden zwemmen want er konden krokodillen zwemmen. Toen we terug wilde gaan naar het busje kwamen we Australische mannen tegen die ons vroegen of we mee wilden op hun boot met een tube erachter. Super leuk , gelukkig geen krokodillen. Daarna werden we bij hun thuis uitgenodigd. Het huis bestond uit een buitendouche en wat veder op was een hokje met een wc en ergens anders was dan weer het slaapgedeelte. Er was een zwembad waar we goed gebruik van hebben gemaakt.Toen ze hoorde van ons dat we nog nooit gevist hadden in Australië zouden ze met ons gaan vissen. Wij moesten in een auto van één van de gasten achter hun aanrijden want de boot had geen lichten en omdat we in het donker reden moesten we dicht achter hun rijden zodat de passerende auto’s hun zouden zien. Daar gingen we dan met de boot het water in. Het was heel erg donker en er konden om ons heen overal krokodillen zitten. Het was voor hem ook de eerste keer met deze boot, maar we moesten ons geen zorgen maken want hij was een visser dus hij wist wat hij deed. Toen op een gegeven moment de boot vol liep met water begon ik toch een beetje te twijfelen aan mijn keuze om mee te gaan. Uiteindelijk is het allemaal goed gekomen hebben we heel veel vissen en mudcrabs gevangen en gingen we weer veder rijden naar Darwin.

In Darwin heb ik afscheid genomen van mijn Duitse reisgenootje. We hebben een leuke tijd samen gehad en heel veel gezien en beleeft maar na 24,7 met elkaar in een busje te leven ben ik ook wel blij om alleen veder te gaan. In Darwin heb ik Marnix en Ieke weer ontmoet en konden we elkaar alle stoere reisverhalen vertellen.


Toen begon de hele, hele lange reis richting de oostkust.

Omdat ik niemand kon vinden die met mij mee zou rijden richting de ooskust, heb ik het in mijn eentje gedaan. 2510 kilometer, vijf dagen lang, rond de vijf uur per dag rijden. Waar je soms voor een half uur niemand tegen komt, je hele dagen geel gras en de weg als uitzicht hebt. Je tegen jezelf begint te praten want het is zo verschrikkelijk saai. Ook had ik het gevoel dat ik een cowboy film was beland want er kwamen van die ronde bosjes over de weg waaien. Als ik dan aan het eind van de dag stopte, was het nog steeds 39 graden (is niet echt lekker als je geen airco hebt en je met de ramen open moet rijden) ik kon dan niet naar buiten gaan want als je dat deed zaten er een stuk of vijftien vliegen in je neus, ogen en oren. Toch was dit een hele bijzondere ervaring want ik kon zo zien hoe geweldig groot Australië is en heb ik de real outback meegemaakt. Zo kwam ik ook vaak dorpjes tegen die uit één straat bestonden. Ik was richting Longreach gereden omdat ik daar werk zou hebben. Jammer genoeg werd mij meegedeeld toen ik daar aankwam dat zij, mij niet meer nodig hebben. Dus als je mij zoekt ben ik hard op zoek naar werk en ondertussen geniet ik hier van de geweldige stranden.

See ya!


Met walvissen zwemmen!

Exmouth is een stadje dat ik niet snel zal vergeten. We verbleven in het National park net buiten Exmouth waar we van de mooie witte stranden konden genieten. We waren de hele dag aan het snorkelen en hebben en schildpad, rog, zeeslang en vele andere gekleurde vissen gezien. Ook waren er super veel kangaroos, die kwamen gewoon naast je zitten als je aan het eten was. We zijn er ook achter gekomen dat kangaroos erg traag van begrip zijn. We reden namelijk in de ochtend (eigenlijk moet je nooit in in de ochtend of avond rijden want dan komt al het wildlife tot leven) richting het strand en toen zagen we opeens twee kangaroos op de weg. Snel remde we af maar ze bleven gewoon zitten totdat we vlakbij waren en ze opeens naar de andere kant van de weg sprongen en we ze net niet aanreden. Toen we veder reden staken er nog een paar lizards en een dingo over.


Op vrijdag zou ik met humback whales (walvissen) gaan zwemmen. Ik was super excited en kon de nacht ervoor bijna niet slapen. Ik werd door een bus opgepikt en onderweg naar de jetty werd alles uitgelegd. Toen we bij de jetty aan kwamen ging de buschauffeur even met de skipper praten. Toen hij terug kwam vertelde hij doodleuk dat de trip vandaag niet doorging want het weer was niet goed (er stond een rare wind waardoor de golven gevaarlijk waren) eerst dacht ik dat hij een grapje maakte, maar we gingen toch echt weer terug. Gelukkig konden we het twee dagen later nog een keer proberen. Dit keer was het super weer en kon de trip beginnen. In kleine bootjes werden we naar de boot gebracht en daar kregen we onze snorkel gear en werd ons uitgelegd wat we wel en wat we niet moesten doen. We begonnen met een snorkel in het reef. In groepjes moest je naar de achterkant van de boot lopen, je snorkel goed vast houden en van de boot afspringen. Tijdens het snorkelen zagen we een hele grote schildpad. Toen gingen we toch echt opzoek naar de walvissen het duurde wel eventjes voor dat we ze gevonden hadden, maar dat was niet erg want je kon gewoon lekker op de boot liggen en de andere mensen die mee waren met de trip waren erg aardig. Opeens zagen we rechts van ons een walvis verticaal uit het water springen en met een grote plons belande hij weer in het water. Ik denk dat ik tijdens de hele trip wel een stuk of twintig walvissen heb gezien. Soms zag je ze water omhoog sproeien en soms zag je hun rug boven water komen. Toen het vliegtuigje boven ons de juiste walvissen gevonden had (je mag namelijk niet met een moeder en een baby zwemmen) mochten we het water in. Vanaf het moment dat je van de boot afsprong was het opletten en achter de gids aanzwemmen want die kreeg door waar de walvissen naar toe zwommen. Eerst was ik bang dat ik de verkeerde kant op zou kijken als ze voorbij zouden zwemmen en dat ik ze zou missen, maar dat was niet eens mogelijk want ze waren op 15 meter afstand van ons en omdat ze zo ongelofelijk groot zijn had ik het gevoel dat ik ze zo kon aanraken. Het waren twee walvissen een moeder en haar kind dat boven haar zwom. Omdat het zo ondiep was waar we zwommen konden we echt naast ze zwemmen en was het water erg helder en konden we goed de mega grote ogen en witte vlekken zien. Toen we weer boven water kwamen was iedereen aan het juichen en joelen en zelfs de gids zei dat het niet zo vaak voorkomt dat je ze van zo dichtbij ziet. Toen we voor de tweede keer in het water werden gedropt hebben we jammer genoeg geen walvissen gezien want ze waren de andere kant op gezwommen. Wel zagen we een reefshark onder ons zwemmen (voor de mensen die nu gelijk bezorgd zijn, reefsharks zijn echt niet gevaarlijk en vallen zeker geen mensen aan)

Later op de dag gingen we voor de laatste keer snorkelen en toen ik eventjes helemaal alleen aan het snorkelen was zwom er een reefshark op 5 meter afstand van mij. Hij was ongeveer anderhalve meter lang. Ondanks dat ze niet gevaarlijk zijn voelde ik toch mijn hart even iets sneller kloppen. Het was een super gave, onvergetelijke dag. Weer wat van mijn bucketlist af.




Daar gingen we dan op naar Karijini national park. Maar voordat we gingen wilde we toch nog even douchen maar als backpacker wil je natuurlijk niet 5 dollar betalen voor een douche op een camping als je ook gewoon de camping op kan lopen en net doet alsof je daar thuis hoort. Netjes iedereen gedag zeggen, douchen en weg wezen.

Om bij de gorges in Karijini te komen moesten we eerst over een 15 kilometer lange gravel road rijden. 15 kilometer klinkt niet zo heel erg lang. Maar ik kan je vertellen dat als je 15 kilometer per uur rijd, alle stenen moet ontwijken, alles in je busje op en neer stuitert wat heel veel herrie veroorzaakt en je op het puntje van je stoel zit en hoopt dat je geen lekke band krijgt, dan duurt 15 kilometer best lang en dan was dit nog maar de eerste weg van de drie gravel roads. Nu zal je vast denken waarom kies je dan voor de gravel road? De gravel roads waren de enige wegen naar de gorges en volgens een gids van Karijini waar we in Tom Price mee hadden gesproken (best handig gratis advies tijdens de lunch) konden we het makkelijk doen met ons busje. Heel veel mensen deden het met een busje. Toch vraag ik mij af hoe lang die busjes er over gedaan hebben

Maar het was het allemaal waard. De gorges waren onwijs mooi. Aan het eind was meestal een pool waar je een verfrissende duik kon nemen. Het was alleen wel heel erg glad en je moest soms over hele smalle richeltjes lopen. Maar het was het helemaal waard.


emu, dolfijnen en thongs

Nog nooit in mijn leven heb ik zoveel schelpen gezien. De naam zegt het ook al Shell beach. Shell beach bestaat uit duizenden witte schelpen en het is ook best wel een marteling om hier met je blote voeten over het strand te lopen.Toen we Shell beach bekeken en bewandeld hadden gingen we naar onze overnachtingsplek. Dit houd in een plek aan het strand waar je geen bereik hebt en waar we helemaal in ons eentje waren. Heerlijk langs het water lopen, dolfijnen zien en van de zonsondergang genieten. The only downside van deze plek was dat we om zes uur al in het donker vertrokken omdat we de ranger niet tegen wilde komen, we wisten namelijk niet zeker of we online moesten registreren dat we hier hadden overnacht.

Toen we aankwamen in Monky Mia zagen we gelijk al de dolfijnen (daar staat money Mia bekent om). Heel bijzonder om dolfijnen op een halve meter afstand te zien en dit keer niet in het dolfinarium maar in het echie.

Het leuke van reizen in een busje is dat je op elke plek steeds weer dezelfde mensen tegen komt zo hebben we vrienden gemaakt met een Engels en Nederlands koppel die dezelfde route doen als ons.

Op de camping in Monky Mia hebben we vrienden gemaakt met een groepje Australische meiden die ons gelijk Australische slang geleerd hebben, want ik kon volgens hun echt geen flipflops zeggen dan wist iedereen gelijk dat ik een toerist was. Nee, in Australië zeg je thongs inplaats van flipflops, g’day en niet hello en gebruik je woorden als heaps en dodgy heel vaak.

Ook heb ik deze week geleerd dat het niet verstandig is om eieren in je broekzak te stoppen. Ik wilde een eitje bakken voor mijn ontbijt. Het eerste eitje brak al toen ik er naar keek. De andere twee eieren stopte ik snel in mijn broekzak want ik had mijn handen vol met pannen en ander kookgerei toen ik bij de gas bbq aankwam (die hebben ze hier overal staan en daar kan je gewoon gebruik van maken) voelde ik dat er een eitje brak in mijn broekzak. Snel deed ik mijn broek uit daar liep ik dan in mijn onderbroek over de parkeerplaats. Niet dat het wat uitmaakte want er was daar toch veder niemand.

Onderweg naar Coral Bay hebben we heel veel dieren gezien. Emu’s die heel leuk lijken totdat je eten hebt en ze het van je willen stelen en niets hun tegen houd. Ook heb ik mijn eerste kangaroos gezien. We hebben zelfs een lizard en een grote varaan gezien.

In Coral Bay zijn we een paar dagen gebleven daar konden we heerlijk op het strand liggen en geweldig snorkelen.ik heb heel veel verschillende vissen gezien, een rog en zelfs een schildpad. Ik probeerde de schildpad nog te volgen, maar wat zijn die dieren snel in het water.

Ook de walvissen zijn hier goed te zien vanaf de kant.

Kortom het was een geweldige week met veel nieuwe vriendschappen, veel strand en heel veel dieren.


De eerste dagen in mijn busje.

Ja nu is het toch echt begonnen, daar ging ik dan samen met mijn reispartner Marylou (een Duits meisje van 19) in mijn van op weg naar het avontuur. De weg vinden was niet moeilijk want er is maar een snelweg richting het Noorden. De eerste stop was bij een national park waar je de pinnacles kon zien. De weg was alleen heel erg hobbelig aan het begin en we wisten niet of we dit wel konden doen met ons busje. Dus vroegen we of het te doen was aan een man die net terug kwam. Volgens hem konden we het wel doen dus wij al hobbelend veder.

Het uitzicht was erg mooi, een woestijn met allemaal piramide vormige stenen. Toen we weer op de weg terug waren reden we over een grote hobbel en hoorde ik op eens iets uit het busje komen. Ik ben snel uitgestapt en zag dat er heel veel vloeistof uit het busje kwam. Ik dacht nee hè lekker dan de eerste dag en we hebben nu al problemen met ons busje. De twee mannen die achter ons reden stapte snel uit om te helpen. Toen kwamen we erachter dat het waarschijnlijk water was en een van de mannen vroeg ons de schuifdeur te openen. Ja , hoor dat was het onze water jerry can was opengesprongen door de hobbelige weg en liep nu in een grote straal uit het busje. Toen konden we weer met een gerust hart instappen en richting onze slaaplek rijden.

Dit was een bush camping en het was ook echt een bush camping ergens langs de weg op een open plek. We stonden er helemaal in ons eentje het enige gezelschap dat we hadden waren de vele dode kangaroos aan de kant van de weg. Maar ja we zijn backpackers en we hebben niet veel geld, maar de vele sterren die we ’s nachts zagen maakte het weer helemaal goed.


Toen we in Geraldton aankwamen zagen we op de parkeerplaats waar we gingen overnachten nog vijf andere busjes staan. Dit varieerde van schattige volkswagen busjes tot busjes die bijna uit elkaar vielen en die elkaar nodig hadden om op te starten. Dit laatste busje was van een groepje Engelse jongens die het busje tegen moesten houden als ze hem starten anders reed hij weg. Je kan het wel raden dat was lachen. S’ avonds zaten we met de eigenaren van alle busjes in een grote kring, muziek erbij en praten maar. Over de verschillende culturen (Australisch, Belgisch, Engels, Duits) over het werk dat ze gedaan hebben en heel veel sterke verhalen.


Vanaf Geraldton vervolgde we onze trip naar Kalbarri daar hebben we hele mooie kliffen gezien en hebben we in het national park genoten van het super mooie uitzicht, the natural window, de gorges en hebben we een leuke wandeling naar de rivier gemaakt al klimmend en klauterend over de stenen en ladders. Ook hebben we het voeren van pelikanen meegemaakt. Toch wel apart dat pelikanen hier hele gewone vogels zijn. Het waren dus te gekke eerste dagen waarin we heel veel gezien hebben. Ik ben benieuwd wat we nog meer gaan zien.

Mijn eerste blog!

Hallo allemaal

Daar is hij dan mijn eerste blog. Er zijn al weer twee weken voorbij maar wat zijn deze twee weken snel voorbij gegaan. Het begon allemaal op Schiphol toen ik toch echt afscheid moest nemen van mijn familie en voor het eerst een vliegtuig in stapte. Na een lange vlucht kwam ik op Hong Kong aan. Toen ik op een loungestoel was neer geploft kon ik door de grote ramen genieten van een mooi uitzicht op het vliegtuig en de bergen. Daar kon ik ook wel even de tijd voor nemen want ik had een overstap van acht uur op Hong Kong. Na het lange wachten (het vliegtuig vertrok een uur later dan gepland) ging ik dan toch echt op weg naar Perth. Dit zou weer een lange vlucht worden maar gelukkig zat er een Japans meisje naast mij van de zelfde leeftijd waarmee ik een leuk gesprek kon voeren. Zo kwamen we er achter dat zij echt geen hagelslag kon zeggen en dat ik echt helemaal niets van Chinese tekens snap.


Toen we boven Australië vlogen was het nacht dus was er niets anders te zien dan lichtjes van huizen. Nou eigenlijk dat ook niet eens want alleen bij de kust zag ik drie lichtjes en voor de rest was alles zwart, geen huis te bekennen hier in het Noorden.


Toen ik op het vliegveld van Perth aan kwam werd ik met open armen opgevangen door Marnix en Ieke.

Pas in de ochtend kwam ik er achter hoe mooi het hier is. Het huis van Marnix en Ieke is twee minuten van het strand vandaan dus elke keer als het even zonnig is ben ik op het strand te vinden. Dat is iets typisch Hollands want je ziet in de winter echt geen Australiërs op het strand.

Ook zijn ze het hier niet gewend dat er mensen fietsen, je mag dan ook gewoon op de auto weg fietsen. Dat met fietsen is ook wel een verhaal apart. Ging ik voor het eerst alleen met de fiets naar de trein. Bij de trein aan gekomen kan je, je fietst in een fietsenhok zetten. Je hoeft alleen maar je trein pasje voor de lezer te houden om de deur te open, easy toch? Ik mijn fiets netjes op slot zetten en houd mijn pasje weer voor de lezer maar de deur blijft dicht. Nee hè, heb ik weer sta ik daar in het fietsenhok om half zeven S’ochtends in het donker en er was helemaal niemand te bekennen. Ik op het hulp knopje drukken maar niemand nam de telefoon op. Toen kwam er opeens een man langs. Sir could you help me I’am locked up. Meneer probeerde mij er uit te krijgen maar dat lukte hem ook niet dus hij ging bij het loket om hulp vragen. Een paar minuten later kwamen daar twee manen uit gelopen die al lachend naar mijn toe kwamen en die riepen dat ik vijf jaar opgesloten zat in de gevangenis. Oké daar kon ik ook wel een beetje om lachen. Zij konden mij zonder problemen bevrijden uit het fietsenhok en toen kwamen we er achter dat mijn pasje was gebroken en dat hij daarom niet werkten. Ik mocht van hun zonder kaartje instappen zodat ik in Perth mijn kaartje kon laten maken. Zo weer iets van mijn bucketlist af….


Kortom je kan wel zeggen dat het twee drukke weken waren met veel nieuwe indrukken, veel nieuwe dieren zien zoals de blue bottle jelly fish, een blauwe doorzichtige kwalletje dat je hier heel veel ziet liggen op het strand en de papegaaien die hier overal zitten. Ook moest ik veel dingen regelen en heb ik een busje gekocht. Ja, mensen deze meid is nu trotse eigenaar van een blauw hippie busje. Marnix noemt het “van Bluey" (van betekend busje in het Engels en voor de rest kan je denk ik wel raden waarom hij hem zo noemt), maar over de naam valt nog te twisten….